LET'S GO FOR SUCCESS!

MAIL LUUK

Schade en (spier)pijn voor spiergroei?

Ik hoor het zo vaak van mensen, “ja als ik spierpijn heb weet ik tenminste dat ik goed getraind heb” of “ik krijg geen spierpijn meer ga ik nog wel vooruit?” 

Hoe meer ik leer als coach hoe meer ik medelijden krijg met dit soort mensen. 

Het is nergens voor nodig om iedere keer (veel) spierpijn te hebben en te veel spierpijn zal eerder nadelig zijn dan dat je ervan zal groeien. 

Het grappige is zelfs dat mensen die een beetje kennis hebben in dit vak juist gaan zoeken naar “wat er fout gaat” als ze ineens weer serieuze spierpijn krijgen. 

Lang werd er gedacht dat als we trainen dat we kleine haarscheurtjes kregen in onze spieren en dat dit ook essentieel was om je lichaam aan te sporen om dat weer te gaan repareren en vanaf daar te groeien. 

Deze achterhaalde hypothese wordt ook door de gemiddelde trainer en zelfs opleidingsinstituut nog als waarheid verkocht. 

Inmiddels weten dat we inderdaad spierschade zullen krijgen als we de spieren aan iets blootstellen wat (te) zwaar of nieuw voor ze is. 

Maar dat het niet het mechanisme is dat spieren daadwerkelijk laat groeien. 

Als schade aan de spieren hetgeen is dat nodig is voor groei, kan ik er toch ook net zo goed met een hamer op slaan? 

Wat er wel gebeurt is het volgende: 

Je spieren merken tijdens een activiteit dat ze op spanning worden gebracht door middel van het zogenaamde spierspoeltje en het Golgi peeslichaam. 

Deze kun je zien als een soort sensoren die meten hoe hard er aan de vezels van een spier en pees wordt getrokken. 

Als daar een verandering in plaats vindt zullen deze op hun beurt een signaaltje sturen naar de hersenen om ze te waarschuwen dat er iets gebeurt. 

De hersenen sturen op hun beurt weer een signaal terug dat de spieren zich moeten gaan aanspannen. 

Wanneer dit aanspannen van de spieren maar vaak en vooral hard genoeg gebeurt krijgt het lichaam een stress signaal. 

Uit zelfbehoud zal het lichaam ervoor willen zorgen dat het deze stress de volgende keer beter aankan. 

Er worden dus stofjes als IGF-1 aangemaakt om o.a. het mTOR proces aan te gaan sturen. 

Het mTOR proces kun je zien als een soort fabriekje dat in je spieren zit en die dit stress signaal ziet als het teken om nieuwe eiwitketens te gaan maken. 

Hij pakt verschillende strengen van aminozuren en gaat er complete eiwitketens van maken zodat deze op hun beurt weer kunnen worden gebruikt om o.a. nieuw spierweefsel te vormen. 

In het proces waar de spieren dus hard aan het aanspannen zijn zal er absoluut ook spierschade voorkomen. 

Maar dit is puur een bijkomend effect! 

Zie het als je bijvoorbeeld een muur gaat schilderen. 

Als je gaat schilderen zit je erna meestal onder de verfspetters. 

De muur is geverfd en jij zit onder, dat hoort er nu eenmaal bij. 

Maar dat er verfspetters op jou zitten is geen garantie dat er daadwerkelijk ook iets op de muur zit. 

En het is natuurlijk zeker niet zo dat hoe meer spetters er op jou zitten hoe beter de muur geverfd is, in tegendeel zelfs. 

Hoe beter je geverfd hebt hoe minder er op jou zit en hoe meer op de muur. 

Krachttraining is eigenlijk niet anders. 

Je wil je spieren blootstellen aan een stress signaal om deze aan te sporen te laten groeien. 

Als dit proces in werking is gezet ben je klaar, meer spierschade maken vanaf dit punt zal dus betekenen dat er meer van de eiwitketens naar de kapotte weefsels moeten gaan in plaats van dat het gebruikt kan worden voor nieuw weefsel. 

Dus meer kapot maken dan noodzakelijk zal dus ook betekenen dat je minder spiergroei krijgt als resultaat.